Een boilervat en een buffervat zijn beide opslagtanks voor warm water, maar hebben een verschillende toepassing en kenmerken.

Een boilervat

Een boilervat is ontworpen om warm water op te slaan voor direct gebruik in de douche en keuken. Het wordt meestal geïnstalleerd als om het sanitaire op te slaan in te verwarmen via een elektrische warmte element of andere (duurzame) warmtebron. Het water in een boilervat wordt meestal tot tussen 60 en 80 graden Celsius op temperatuur gehouden. Dit in verband met legionella en  kan direct worden gebruikt voor warm water in kranen en douches.
Het vat is van RVS of geëmailleerd om corrosie tegen te gaan. In geval van een emaillen coating is de boiler voorzien van een anode.

Een buffervat

Een buffervat is ontworpen om warm water op te slaan dat wordt gebruikt voor verwarmingsdoeleinden. Het wordt geïnstalleerd als onderdeel van een verwarmingssysteem voor een gebouw, bijvoorbeeld als onderdeel van een zonne-energiesysteem of een warmtepomp. Het buffervat slaat warm water op uit de warmtepomp, CV-houtkachel of zonnecollector. Hierdoor hebben deze systemen een groter rendement en kan de opgewekte warmte worden opgeslagen tot het moment dat het nodig is. Het verwarmingscircuit stroom door het vat en zal hier warmte uit onttrekken. De warmte bron vult vervolgens de warmte aan. Omdat het verwarmingscircuit gesloten en zuurstof arm is, heeft een buffervat geen speciale emaillen coating en is hij niet geschikt voor douchewater,

Het belangrijkste verschil tussen een boilervat en een buffervat is dus het doel van het opslaan van het water. Een boilervat slaat warm water op voor in de douche of keuken terwijl een buffervat warm water opslaat voor later gebruik in verwarmingssystemen.